Frans

Digitale lesboekjes, uitgave Bijlesuur ’23
• e-brochure-Frans-grammatica
• e-brochure-Frans-oefeningen
• e-brochure-Frans-antwoorden

Algemeen:
• Video uitleg
• Nog meer video uitleg
• Leertips
• Uitleg over het leren van Frans
• Checklist voor het leren van Frans
• Ezelsbruggetjes voor Frans
Lidwoorden:
• Uitleg: enkelvoud
• Uitleg: meervoud
• Uitleg: het delend lidwoord
• Oefening: delend lidwoord
• Oefening: bovenbouw
Samentrekkingen (du, des, au, aux):
• Uitleg
• Oefening
Werkwoorden:
• Oefening: avoir, être, aller, faire, il y a, -er werkwoorden in présent en passé composé
• Verbuga: hier leer je alle werkwoorden in alle tijden
Regelmatige werkwoorden op -er:
• Uitleg
• Oefeningen
Onregelmatige werkwoorden:
• avoir – être – aller – faire – prendre
Werkwoorden op -ir:
• Uitleg (scrol wat naar beneden)
• Oefening
• Oefeningen 2
Wederkerende werkwoorden:
• Uitleg
Voltooid tegenwoordige tijd (passé composé):
• Uitleg
• Avoir, être, aller en faire in passé composé
• Oefening
• Oefening 2
Onvoltooid verleden tijd (imperfait):
• Uitleg
• Oefeningen
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (futur):
• Uitleg
• Oefening
• Oefeningen 2
Futur proche:
• Uitleg
• Oefeningen
Conditionnel/futur du passé:
• Uitleg
• Oefening
Gebiedende wijs (l’impératif):
• Uitleg
• Oefeningen
Zelfstandig naamwoord:
• Uitleg
Bijvoeglijk naamwoord:
• Uitleg 1
• Uitleg 2
• Uitzonderingen
• Oefening
Bijwoord:
• Uitleg
• Oefening: bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
• Oefening: van bijvoeglijk naamwoord naar bijwoord
Bezittelijk voornaamwoord:
• Uitleg
• Uitleg: het bezittelijk voornaamwoord met lidwoord
• Oefening
• Oefening 2
Aanwijzend voornaamwoord:
• Uitleg
• Oefening
• Oefening 2
Persoonlijk voornaamwoord:
• Uitleg
• Oefening
• Oefeningen 2
Betrekkelijk voornaamwoord:
• Uitleg 1
• Uitleg 2
• Oefeningen
Onbepaald voornaamwoord:
• Uitleg
Vraagwoord:
• Uitleg
• Oefening
• Oefening: het vraagwoord ‘wat’
• Nog een oefening
Voegwoorden:
• Lijst van voegwoorden
Voorzetsels:
• Uitleg
• Oefening
Trappen van vergelijking:
• Uitleg 1
• Uitleg 2
• Oefeningen
In/naar + steden of landen:
• Uitleg
• Oefening
Y en EN:
• Uitleg
• Oefeningen
Telwoorden:
• Uitleg
• Oefening
Datum:
• Uitleg
Ontkenning:
• Uitleg
• Oefening
• Oefeningen 2
De tijd:
• Uitleg
• Oefening
• Oefeningen 2 (scrol wat naar beneden)
Zinsopbouw:
• Uitleg
Luistervaardigheid:
• Oefeningen
Leesvaardigheid:
• Tips voor een leestoets
• Oefenteksten

LEREN LEREN FRANS

Checklist woordjes

  • Spreek alle woordjes hardop uit. Check de juiste uitspraak bijvoorbeeld op Google Translate.
  • Deel de woordenlijst op in groepjes van 5 tot 10 woorden en leer deze door te schrijven. Dit kan in je schrift, je kan ook zelf indexkaartjes maken.
  • Herhaling! Probeer jezelf elke dag te overhoren. Herhaal altijd de woorden die je de dag ervoor hebt geleerd. 

Checklist zinnen

  • Spreek de zin hardop uit, totdat je de zin foutloos kunt uitspreken zonder naar het antwoord te kijken.
  • Leer de zinnen door ze te schrijven.
  • Maak voor elke zin een indexkaartje; hiermee kan je jezelf makkelijk overhoren.
  • Heb je moeite met het onthouden van de Franse vertaling? Knip de zin dan op in delen. Leer deze dan eerst los van elkaar en plak ze later aan elkaar. 
    • Bijvoorbeeld: Hoe heet jij = Comment tu t’appelles?
    • Comment= hoe
    • Tu= jij
    • T’appelles= heet

Checklist grammatica

  • Check voordat je begint met het leren of je weet waar de grammatica over gaat. Tip: kijk naar de voorbeelden in je boek
  • Zorg ervoor dat je de regels kent & begrijpt. Heb je er moeite mee? Er zijn veel uitlegfilmpjes op YouTube te vinden. Je kunt ook bij de handige links kijken.
  • Tip: check of je de regels goed kent door ze aan een ander uit te leggen. Lukt jou dat?
  • Oefenen, oefenen, oefenen! Maak alle opdrachten uit je boek en kijk of er online opdrachten te vinden zijn. 

Checklist lezen

  • Zorg ervoor dat je voldoende oefenmateriaal hebt. Vraag aan je docent of er oefen leesteksten zijn.
  • Scan de tekst: titel, tussenkopjes, plaatjes
  • Scan de vragen: vertaal woorden die je niet kent
  • Lees de tekst en markeer de signaalwoorden. Maak een lijstje van signaalwoorden die je vaak tegenkomt. 
  • Markeer in de tekst waar jij je antwoord op elke vraag hebt gevonden.
  • Kijk al je opdrachten na
  • Je kunt online ook leesteksten van Frans vinden. Kijk eens op de handige links!
  • Zit je in de bovenbouw? Maak dan oude examenopgaven. Die kun je hier vinden. 
Scroll naar boven